Mensen met Down: kunnen die wel werken?

Mensen met Down: kunnen die wel werken?

Ook mensen met Down willen gewoon meedoen!

De voorbije jaren is er meer aandacht gekomen voor mensen met Down, die willen werken. In de beeldvorming overheerst nog steeds het beeld dat mensen met dat syndroom niet werken.

Het nieuws bevat trouwens twee belangrijke nieuwe elementen. Het gaat over een gewone tewerkstelling, in een organisatie die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een handicap. De tewerkstelling is in het reguliere circuit. En als tweede, het gaat over een gewoon arbeidscontract, met een gewoon loon.

Dat is niet evident!

Mensen met het syndroom van Down worden meestal niet tewerkgesteld zoals Frederik. Er zijn voorbeelden van begeleid werken en dagcentra die mensen ondersteunen bij werken, maar als onbetaalde kracht en dus zonder een gewoon arbeidscontract.

Het argument dat wordt gebruikt is dat er dan te veel druk wordt gelegd op de betrokken persoon. Want als je een arbeidscontract krijgt dan moet je ook resultaten halen. En mensen zelf willen ook dat loon niet want ze hebben toch een vervangingsinkomen. Veel mensen met het syndroom van Down krijgen een inkomensvervangende tegemoetkoming. Terwijl uit gesprekken met de mensen blijkt dat ze graag een loon zouden krijgen voor hun inspanning. Zoals dat ook bij andere mensen gebeurt.

Want daar zit heel de knoop: iedereen moet meedoen, we moeten een inclusieve samenleving hebben, maar sommigen hebben daar (zogezegd) geen behoefte aan.

Mensen met een handicap krijgen een label

Door de aanwezige handicap worden mensen met een handicap snel in een hokje gestoken.

Als mensen leven van een vervangingsinkomen dan krijgen ze een label opgeplakt. Volgens de meeste mensen zijn ze dan niet in staat om voor zichzelf te zorgen en dan moet de overheid tussenkomen. "Alle" mensen met een handicap zijn zo wordt er dan geredeneerd. Uit gesprekken die we voerden met mensen met Down bleek dan ook dat ze niet wilden vertellen dat ze vrijwilligerswerk deden, maar wel "werkten". Want toegeven "dat je leeft op de kap van een ander" is geen prettige situatie.

Het effect van zo'n label is ook dat bepaalde eigenschappen, bv minder productief zijn, ineens voor de hele groep gelden. Terwijl er een enorme variatie is in rendement op een werkvloer.

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap zegt in artikel 27 dat mensen met een handicap, ook mensen met het syndroom van Down dus, moeten kunnen werken in een open arbeidsmarkt, en kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud.

Waarom is betaald werken in een gewoon circuit zo belangrijk?

 Mensen willen geen label krijgen van "afhankelijk van anderen".

Maar dat kan je maar op één manier voorkomen. Door in een andere situatie terecht te komen. In onze samenleving is werken voor je eigen geld stevig verankerd in onze identiteitsontwikkeling.

Daarom is werken tegen een gewoon loon en op een gewone plaats zo belangrijk.

Volledige verhaal en communicatie in de pers:

website GRIP vzw