Werk aan de winkel voor een duurzame inclusieve arbeidsmarkt in Vlaanderen. De cijfers.

Werk aan de winkel voor een duurzame inclusieve arbeidsmarkt in Vlaanderen. De cijfers.

In het voorjaar 2022 kopte Acerta ‘Op vijf jaar tijd 10% meer werknemers met een beperking aan de slag op de reguliere arbeidsmarkt.’ Zes maanden later lees je in Het Laatste Nieuws het verhaal van Sasker Van de Ven (27 jaar) over zijn moeilijke zoektocht naar werk als persoon met een arbeidshandicap. Hij ondervindt elke dag dat werkgevers niet voor hem staan te springen, getuigt hij. Wat is er nu allemaal van aan? Wel, samen met de sociale partners (werkgevers en werknemers) en LEVL, stellen wij als leden van de commissie Diversiteit van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) dat: “Vlaanderen dringend werk moet maken van een inclusieve en duurzame arbeidsmarkt.” Om dit kracht bij te zetten, geven we je vooreerst de cijfers mee over werk voor personen met een handicap en chronische ziekte. In een volgend artikel geven we je dan onze aanbevelingen mee uit het SERV-advies waaraan wij hebben meegewerkt.

Een duurzame inclusieve arbeidsmarkt in Vlaanderen? De cijfers spreken voor zich.

Eerst en vooral is het belangrijk om mee te geven dat er in Vlaanderen of België geen uniek centraal register bestaat van personen met een handicap. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals het onderscheid tussen personen waarvan de handicap officieel is erkend door de overheid en personen waarvan de handicap (nog) niet officieel is erkend. Daarnaast zijn er voor personen met een officieel erkende handicap verschillende administratieve bronnen die verschillen naargelang de instelling die de handicap erkent.

Bijgevolg om een overzichtelijk beeld te krijgen van de omvang en het profiel van de groep personen met een handicap, vertrekken we voor het verzamelen van cijfers veelal vanuit de algemene bevolkingsenquêtes. De meest bruikbare voor het domein werk is daarbij de EAK-enquête. Dat is de Enquête Arbeidskrachten van Statbel.

In de EAK-enquête wordt met de volgende vragen gewerkt om de groep personen met een handicap in beeld te brengen: “Ervaart u in uw dagelijkse bezigheden op het werk of daarbuiten, hinder door een handicap, een aandoening of ziekte (al dan niet werkgerelateerd) én ervaart u deze hinder reeds minstens zes maanden?” Personen die de vragen met “Ja, in erge mate” of “Ja, in zekere mate” beantwoorden, worden hier beschouwd als personen met een arbeidshandicap.

Op basis van deze bevraging kunnen er vervolgens uitspraken worden gemaakt over het aandeel personen met een arbeidshandicap op de arbeidsmarkt, de werkzaamheidsgraad van deze groep personen, hun profiel enzovoort.

1 Vlaming op 7 heeft een indicatie arbeidshandicap binnen de beroepsactieve bevolking

De groep personen die (in zekere of erge mate) hinder ondervindt in de dagelijkse bezigheden door een handicap, langdurige ziekte of aandoening binnen de beroepsactieve bevolking is stelselmatig toegenomen op de Vlaamse arbeidsmarkt. In 2021 gaven 602.000 personen aan een vorm van hinder te ervaren. Dit komt overeen met 14,4% van de bevolking tussen 15 en 64 jaar, of ongeveer één Vlaming op zeven. Dit cijfer blijft redelijk stabiel sinds 2018, na een initieel stijgende trend vanaf 2009 (10,7%).

Bron: Trendrapport. Kwetsbare groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt | Vlaanderen.be

De werkzaamheidskloof tussen personen met en zonder een indicatie arbeidshandicap is 31%

De werkzaamheidsgraad van personen met een indicatie van hinder in hun dagelijkse bezigheden wegens een handicap, langdurige ziekte of aandoening is in het Vlaams Gewest op vijf jaar tijd met 8,1% gestegen van 41,1% (in 2016) tot 49,2% (in 2021).

De stijging van de werkzaamheidsgraad bij deze doelgroep ligt hoger dan de stijging van de werkzaamheidsgraad bij de gehele bevolking in het Vlaams Gewest. Die is op vijf jaar tijd met name met 3,3% gestegen van 72% (in 2016) naar 75,3% (in 2021). Bijgevolg neemt de werkzaamheidskloof tussen personen met en zonder hinder af in het Vlaams Gewest.

Tegelijk blijft de kloof groot. Ze bedraagt nog steeds 31%. Dit komt omdat de werkzaamheidsgraad van personen met een indicatie van hinder bijzonder laag (49,2% in 2021) is in vergelijking met de werkzaamheidsgraad van personen zonder hinder (80,2% in 2021).

Bron: Werkzaamheidsgraad | Vlaanderen.be

De werkzaamheidskloof tussen personen met beperkte en met ernstige hinder neemt toe

Als we verder inzoomen op de doelgroep van personen met een indicatie van hinder in hun dagelijkse bezigheden wegens een handicap, langdurige ziekte of aandoening, dan stellen we daarnaast vast dat er nog grote verschillen bestaan in de werkzaamheidsgraad afhankelijk van de ernst van de ervaren hinder. Volgens de recentste cijfers hieromtrent geldt dat in 2021 bij personen met een indicatie van een zekere mate van hinder 63,3% aan de slag was, terwijl bij de groep personen met indicatie van ernstige hinder slechts 28,3% aan het werk was. Er is dus bijkomend sprake van een kloof in de werkzaamheidsgraad tussen personen die in erge mate en maar in zekere mate hinder ondervinden van 35%.

In vergelijking met 2020 neemt deze kloof bovendien toe. Want terwijl er bij de groep personen met een beperkte hinder in 2021 sprake is van een lichte stijging in de werkzaamheidsgraad (+1,7%), is er bij de groep die in erge mate hinder ondervindt een lichte daling in de werkzaamheidsgraad (-2,5%).

Grafiek van Steunpunt Werk over de werkzaamheidsgraad van personen met een indicatie arbeidshandicap naar mater van hinder, 2022

Bron: Trendrapport. Kwetsbare groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt | Vlaanderen.be

Een lagere en dalende trend op het vlak van werkbaar werk voor personen met een indicatie arbeidshandicap

Een inclusieve arbeidsmarkt is alleen duurzaam als ze tegelijk werkbaar is. Werkbaar werk heeft te maken met de kwaliteit van werk. Het is werk dat boeit en laat groeien, de balans tussen werk en privé mogelijk maakt en niet teveel stress bezorgt. Het is bovenal werk dat niet ziek maakt…

Om te bepalen of de Vlaamse arbeidsmarkt werkbaar is, meet de Stichting Innovatie & Arbeid (StIA) van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) driejaarlijks de kwaliteit van de jobs van de werknemers en zelfstandige ondernemers.

Uit een analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor blijkt dat het, spijtig genoeg, niet goed gesteld is met de kwaliteit van de jobs bij personen die hinder ervaren door een handicap, langdurige ziekte of aandoening. Zo is er sprake van een lagere en dalende werkbaarheidsgraad. Slechts 32,9% van de werknemers met beperkte hinder en 15,2% van de werknemers met zware hinder hadden in 2019 een werkbare job. Voor werknemers zonder hinder was dit 54,1%. Bovendien is deze werkbaarheidsgraad significant gedaald sinds de nulmeting in 2007. Dit laatste geldt eveneens voor werknemers zonder hinder.

Bron: Duurzame activering van kansengroepen (serv.be)
Wil je je graag meer verdiepen in de cijfers over werk bij personen met een indicatie arbeidshandicap? Neem dan zeker een kijkje op de websites van de volgende partners van Handicap en Arbeid: