Naar een duurzame inclusieve arbeidsmarkt in Vlaanderen. De aanbevelingen.

Naar een duurzame inclusieve arbeidsmarkt in Vlaanderen. De aanbevelingen.

Hoe zorgt Vlaanderen tegen 2024 voor meer kansen voor personen met een handicap of chronische ziekte op de arbeidsmarkt? Volgens de recentste cijfers (2021) is de werkzaamheidskloof tussen personen met en zonder een indicatie arbeidshandicap 31% en daalt de werkbaarheid van de jobs. Handicap en Arbeid stelt daarom samen met de sociale partners en LEVL, als de leden van de commissie Diversiteit van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) dat: “Vlaanderen dringend werk moet maken van een inclusieve en duurzame arbeidsmarkt.” We werkten daarbij samen een reeks aanbevelingen uit in het SERV-advies ‘Naar een duurzame, inclusieve Vlaamse arbeidsmarkt.’ en legden dit voor aan de Vlaamse Regering.

We geven je een beknopt overzicht met zeven stappen waar we samen op willen inzetten voor meer inclusief werk. We focussen daarbij op de aanbevelingen voor personen met een handicap of chronische ziekte:

  1. Gepaste ondersteuning en kwalitatieve bemiddeling voor werkzoekenden met een handicap of chronische ziekte
  2. Oprechte kansen om te leren en te groeien
  3. Meer sensibiliseren en ondersteunen van werkgevers voor het realiseren van inclusieve werkvloeren
  4. Op naar een toegankelijk individueel maatwerk voor personen met een handicap of chronische ziekte
  5. Voor een significante vooruitgang op het vlak van werkbaar werk voor personen met een handicap of chronische ziekte
  6. Werkgerelateerde discriminatie effectief bestrijden
  7. Voldoende aandacht binnen de sectoren voor acties voor personen met een handicap of chronische ziekte

7 stappen naar meer kansen voor personen met een handicap of chronische ziekte op de Vlaamse arbeidsmarkt tegen 2024

1. Gepaste ondersteuning en kwalitatieve bemiddeling voor werkzoekenden met een handicap of chronische ziekte

Eerst en vooral vragen we dat personen met een handicap of een chronische ziekte een gepaste ondersteuning krijgen wanneer ze de arbeidsmarkt wensen toe te treden.

We leggen daarbij de nadruk op een betere toepassing van werkgelegenheidsmaatregelen als opstap naar duurzaam werk. Zo pleiten we voor een evaluatie en monitoring van de bestaande vormen van werkplekleren, zoals de individuele beroepsopleiding (IBO).

We staan er verder op dat de VDAB en hun partnerorganisaties – als belangrijke partners voor werkzoekenden – een kwaliteitsvolle face-to-face-dienstverlening en intensieve vorm van bemiddeling biedt aan elke persoon die daar nood aan heeft.

  • We vragen daarom naar een holistische benadering bij de bemiddeling. Die moet het mogelijk maken om samen met de werkzoekenden hun unieke profiel in kaart te brengen. Dat wil zeggen dat een bemiddelaar zowel moet rekening houden met de talenten en de in andere (werk-)contexten verworven competenties, als met de mogelijke drempels die de werkzoekenden ervaren in de verschillende levensdomeinen.
  • Ook vinden we het belangrijk dat de richtlijnen over de invulling van een intensieve vorm van bemiddeling worden verduidelijkt voor VDAB en hun partnerorganisaties. De personen die een beroep doen op een bemiddelaar van VDAB of een partnerorganisatie moeten ook regelmatig de kans krijgen om feedback te geven over de kwaliteit van de begeleiding en de dienstverlening. Als vertegenwoordiger van personen met een handicap en chronische ziekte, is Handicap en Arbeid alleszins altijd bereid om knelpunten die eventueel zo aan het licht zouden komen mee te helpen analyseren en op te lossen.

2. Oprechte kansen om te leren en te groeien

We pleiten daarnaast voor een opleidingsgarantie en doorgedreven opleidingsbeleid voor al wie minder participeert aan levenslang leren door omstandigheden, zoals een handicap of chronische ziekte, en daar tegelijk een belangrijke nood aan heeft.

  • We geloven dat de Vlaamse Regering en de sociale partners best inzetten in leergroeipaden voor personen met een handicap of chronische ziekte. Om dit te bevorderen zijn sterkere incentives nodig, een grotere bekendheid van de leerinstrumenten, begeleiding naar en bij het leren, enzovoort.
  • Het is ook belangrijk om in te zetten op een goede en fijnmazige monitoring van het bereik van de personen met een handicap of chronische ziekte binnen de verschillende opleidingsmaatregelen.

Daarnaast moeten VDAB en de (sectorale) partners blijvend investeren in een ruim en integraal toegankelijk opleidingsaanbod. Voor Handicap en Arbeid is het essentieel dat er steeds billijk wordt voorzien in:

  • ruime opleidingsmogelijkheden
  • aangepaste ondersteuningsmogelijkheden, zoals redelijke aanpassingen
  • fysieke en digitale toegankelijkheid
  • mogelijkheden voor het deeltijds volgen van opleidingen

3. Meer sensibiliseren en ondersteunen van werkgevers voor het realiseren van inclusieve werkvloeren

Er is nog een belangrijke weg af te leggen voor gelijkwaardige jobkansen voor personen met een handicap of chronische ziekte in de reguliere arbeidsmarkt. Daarom pleiten we voor inclusieve werkvloeren.

We vragen aan de sociale partners om in samenwerking met VDAB werk te maken van verschillende concrete outreachende acties om werkgevers in de reguliere economie te sensibiliseren over en te ondersteunen bij het creëren van gelijkwaardige jobkansen. Een aantal speerpunten die we daarbij meegeven zijn:

  • De verdere uitbouw van een structureel verankerde dienstverlening in het realiseren van inclusieve werkvloeren voor werkgevers, waarbij vlot toegankelijke totaalpakketten aan deskundige informatie en ondersteuning centraal staan.
  • Het uitwerken van een gids met goede praktijken op het vlak van redelijke aanpassingen binnen de werkomgeving. Zo’n gids moet redelijke aanpassingen verduidelijken naar werkgevers en bespreekbaar maken op de werkvloer.
  • Het vergroten van het bereik van de werkgevers dankzij een meer aanbodgericht instrumentarium. Zo blijft het gebruik van de huidige vraaggerichte KMO-portefeuille voor diversiteitsadvies nog onderbenut.

We pleiten ook voor een voortgezette sensibilisering van werkgevers over inclusieve werkvloeren. Door kritisch de aandacht te vestigen op het personeelsbeleid, de organisatiecultuur, de werkorganisatie, de mogelijkheden op het vlak van deeltijds werken en de invulling van jobs (jobcrafting/carving) te herdenken, kunnen mogelijkheden ontstaan om jobs beter te laten aansluiten bij het talent van sollicitanten met een korte scholing, handicap, … of van werknemers die opnieuw aan de slag kunnen na een afwezigheid omwille van gezondheidsproblemen.

We vragen ook naar een doorgedreven screening van vacatures op eventuele te hoge vereisten. We pleiten op dat vlak voor een samenwerking met VDAB, de partners en de sectorfondsen die over een vacaturedatabank beschikken. Laat deze stakeholders werkgevers ook gerichter attenderen op onbewuste vooroordelen en de mogelijkheden om via opleiding en begeleiding nieuwe profielen te laten instromen.

4. Op naar een toegankelijk individueel maatwerk voor personen met een handicap of chronische ziekte

Eerst en vooral dringen we aan op een gepaste en tijdige communicatie voor personen met een handicap of chronische ziekte, bemiddelaars en werkgevers, zowel wat betreft de overgangsmaatregelen als de promotie van de nieuwe maatregel.

We vragen verder om erop toe te zien dat de maatregel individueel maatwerk toegankelijk wordt voor alle personen die er op basis van hun handicap of chronische ziekte voor in aanmerking komen. Daartoe is het noodzakelijk om werk te maken van de volgende zaken:

  • Afspraken met de andere gewesten om de lacunes in het toepassingsgebied van de maatregel weg te werken.
  • Werknemers met een arbeidshandicap of chronische ziekte die voor 1 januari 2008 zijn aangeworven in een lokaal bestuur eveneens in aanmerking laten komen voor de maatregel.
  • De loon- en begeleidingspremie voldoende flexibel en op maat inzetten voor de heterogene doelgroep.

Om na te gaan hoe succesvol de maatregel is in het verwezenlijken van doelen als een toegenomen arbeidsmarktparticipatie door personen met een handicap en chronische ziekte in werkbare jobs in de reguliere economie, is het ook essentieel dat er een sterk monitoringssysteem wordt uitgewerkt.

We pleiten ook voor de garantie van een kwalitatieve ondersteuning bij individueel maatwerk. Daarom vragen we om alvast in te zetten op:

  • Het opnemen van de wijze van begeleiding, overeengekomen tussen de gekwalificeerd begeleider, de collega-coach, de werknemer en werkgever, in het voorziene ondersteuningsplan.
  • Het waarborgen van de kwaliteit van de begeleiding en tewerkstelling met voldoende controle- en feedbackmechanismen.
  • Het stimuleren van de keuze voor een extern begeleider voor personen met de hoogste begeleidingsnood, zonder het te verplichten.
  • Het horen van de werknemer in kwestie inzake de begeleiding.
  • Het vermijden van wachtlijsten als gevolg van de ‘gesloten end’-financiering voor het luik begeleiding.

5. Voor een significante vooruitgang op het vlak van werkbaar werk voor personen met een handicap of chronische ziekte

We vragen in de eerste plaats om het instrument loopbaanbegeleiding gericht in de markt te zetten als een instrument om via zelfreflectie aan loopbaanplanning te doen en het eigen welbevinden te verhogen voor personen met een handicap of chronische ziekte.

Het bereik van werkbaarheidscheques voor individuele ondernemingen en organisaties moet ook omhoog. Zet onder meer in op het verspreiden van goede praktijken en heb specifieke aandacht voor de mogelijkheden ten aanzien van personen met een handicap of chronische ziekte.

6. Werkgerelateerde discriminatie effectief bestrijden

We pleiten voor een striktere monitoring en opvolging van signalen van discriminatie tijdens de bemiddeling en begeleiding vanuit VDAB en hun partnerorganisaties. Zo kan VDAB een academische nulmeting discriminatie uitvoeren voor de eigen werking, kunnen er samenwerkingsakkoorden worden gesloten tussen de Vlaamse, federale en Brusselse bemiddelings- en inspectiediensten om een passend gevolg te kunnen geven aan discriminerende praktijken, enzovoort.

Daarnaast is een krachtdadige aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt nodig op basis van twee sporen: enerzijds sensibilisering en preventie en anderzijds handhaving.

7. Voldoende aandacht binnen de sectoren voor acties voor personen met een handicap of chronische ziekte

We vragen dat sectoren bij het ontwerp en de uitrol van actieplannen in het kader van de addenda non-discriminatie en inclusie specifiek aandacht hebben voor personen met een handicap of chronische ziekte. Dat is belangrijk gezien deze discriminatiegrond om methodologische redenen enkel kan worden meegenomen in de risicoanalyse van de sectoren en de nulmetingen die niet via correspondentietesten verlopen.

We pleiten ervoor om sectorconsulenten voldoende te ondersteunen bij het vertalen van de resultaten van de risicoanalyse en nulmeting non-discriminatie in relevante en kwaliteitsvolle actieplannen.

Voor de commissie Diversiteit is het, ten slotte, belangrijk dat de sectoren onder het decretale thema ‘diversiteit en inclusie’ kunnen voortbouwen op de sensibiliserende, informerende en ondersteunde acties, en het monitoringsproces die werden uitgevoerd binnen de addendum non-discriminatie en inclusie. Aangezien deze monitoring een grote investering vroeg, is het belangrijk om sectoren te stimuleren die er effectief mee aan de slag willen gaan, en dit volgens de principes van het addendum, namelijk sensibilisering, zelfregulering en autonomie van sectoren.

Wil je graag het volledige SERV-advies ‘Naar een duurzame inclusieve Vlaamse arbeidsmarkt’ doornemen, neem dan zeker een kijkje op de website van de Sociaal-Economische Raad Vlaanderen, Commissie Diversiteit. Je vindt er het persbericht en advies integraal terug.